EED

WARMTEMETING VERPLICHT VANAF 31 – 12 – 2016

Op 30 september 2016 keurde de Vlaamse regering het ontwerpbesluit principieel goed dat het energiebesluit van 19 november 2010 wijzigt met betrekking tot de warmtemeting in gebouwen met een centrale warmteproductie. Het besluit vloeit voort uit een omzetting van een Europese richtlijn betreffende energie-efficiëntie.

Elk gebouw met minstens twee (woon)eenheden, zal uiterlijk op 31 december 2016 moeten uitgerust zijn met individuele verbruiksmeters die het energieverbruik van de verwarming en het warm tapwater (kranen in keuken en badkamer) van de wooneenheden meten. Onder een wooneenheid wordt verstaan elke zelfstandige woning zoals bijvoorbeeld een studio of appartement. Gebouwen met enkel kamers zouden dus niet onder het toepassingsgebied van de nieuwe regelgeving vallen. Zijn er in een gebouw naast één of meerdere zelfstandige woningen ook kamers dan kan het geheel van kamers als één wooneenheid beschouwd worden. Er moeten dan meters geïnstalleerd worden om het verbruik van elke zelfstandige woning en het geheel van kamers te meten. Is er in het gebouw naast één wooneenheid een andere functie zoals bijvoorbeeld kantoor, horeca, handelszaak, … dan zou de wetgeving ook van toepassing zijn. De meters worden geïnstalleerd in het leidingnetwerk van de centrale verwarming en het warm tapwater en bepalen het energieverbruik aan de hand van de hoeveelheid en de temperatuur van het warm water dat door de leidingen loopt.

Het plaatsen van dergelijke individuele meters wordt verplicht bij nieuwbouw, ingrijpende renovatie en vervanging van bestaande meters. De verplichting geldt ook voor bestaande gebouwen maar in het ontwerpbesluit zijn enkele uitzonderingen voorzien.

• De plaatsing van een individuele warmtemeter voor de meting van het verbruik van de verwarming zou vervangen mogen worden door de plaatsing van warmtekostenverdelers op de radiatoren indien

(1) het warme water voor verwarming wordt aan- of afgevoerd op verschillende punten in de wooneenheid of

(2) door plaatsgebrek aanpassingen van de verwarmingsleidingen noodzakelijk zijn om de individuele meter te plaatsen of

(3) er op 31 december 2016 reeds warmtekostenverdelers op de radiatoren geplaatst zijn.

• De plaatsing van een individuele warmwatermeter voor de meting van het verbruik van het warm tapwater in bestaande gebouwen wordt niet vereist wanneer

(1) het warm tapwater wordt aangevoerd op verschillende punten in de wooneenheid of

(2) door plaatsgebrek aanpassingen van de warmwaterleidingen noodzakelijk zijn om de individuele meter te plaatsen of

(3) de eenheden op 31 december 2016 reeds over individuele warmtekostenverdelers op de radiatoren of over een individuele warmtemeter voor het verbruik van verwarming beschikt.

Gezien men de warmtekostenverdelers op eenvoudige wijze op de radiatoren kan plaatsen en niet in het leidingnetwerk moeten worden geïnstalleerd, zijn deze veelal goedkoper dan de warmte- en warmwatermeters. Daarnaast vervalt door het plaatsen van warmtekostenverdelers op de radiatoren de verplichting om individuele meters te voorzien voor het warm tapwater. Als enige overgangsbepaling geldt dat het plaatsen van individuele meters niet verplicht zal zijn indien

(1) een gebouw voor 31/12/2018 ingrijpend energetisch zal worden gerenoveerd, ontmanteld of afgebroken, of indien

(2) voor 31/12/2018 de verwarmingsinstallatie of de warmwaterleidingen grondig zullen gerenoveerd of vervangen worden.

Het ontwerpbesluit bevat echter nog een aantal onduidelijkheden met betrekking tot de handhaving van de nieuwe regelgeving.

De sancties op inbreuken zouden immers via een ander decreet geregeld worden. Wat we wel al weten, is dat het toezicht zou uitgeoefend worden door de VREG, die zal werken aan de hand van de gegevens in de energieprestatiedatabank. Mogelijks komen er ook steekproeven of controles bij klachten van (mede-)eigenaars of huurders.

Momenteel ligt het ontwerpbesluit voor bij de Raad van State voor advies. Het is mogelijk dat er nog wijzigingen aan het ontwerpbesluit worden aangebracht.

Voor meer informatie kan u contact opnemen met de VREG (Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt) op het nummer 1700 of info@vreg.be